De kinderen in mijn groep hebben gestemd. De meesten stemden voor.
Met het woord meesten wordt bedoeld: de meeste kinderen. De tekst zou een beetje saai worden, als het woord kinderen steeds herhaald werd. Het woord meesten noemen we een verwijswoord: het verwijst naar de kinderen in mijn groep.Opdracht: zoek uit waar de vet gedrukte verwijswoorden naar verwijzen.Tip: vul in de vakken A, B of C in.1. Vorig jaar is mijn oma overleden toen ze voor de televisie zat. Ik herinner me deze gebeurtenis nog heel goed, omdat ik zo moest huilen. A. televisie kijkenB. oma's overlijdenC. hoe hard ik huilde2. De duikers zwommen naar de gezonken bootjes. Ze zochten naar drenkelingen. A. de duikersB. de gezonken bootjesC. drenkelingen3. De duikers zwommen naar de gezonken bootjes. Ze lagen op de bodem van het meer. A. de duikersB. de gezonken bootjesC. het meer4. Men zegt, dat in dat bos gevaarlijke dieren leven. Ik laat dat soort dieren liever met rust. A. menB. dieren in het bosC. gevaarlijke dieren5. Men zegt, dat in dat bos gevaarlijke dieren leven. Ik ga er van mijn leven niet in! A. dat bosB. gevaarlijke dierenC. mijn leven
Onthoud: kijk nauwkeurig waar verwijswoorden naar verwijzen.