Begrijpend lezen: gatentekst

Vul passende woorden in. Houd rekening met de context.

 

Simeliberg


1. Er waren eens twee broers. De een was rijk, de arm. De rijke broer gaf nooit iets aan de arme. De arme kon maar met moeite rondkomen van het schamele loon dat hij verdiende. Soms ging het met zo slecht, dat hij geen brood voor vrouw en kinderen had.

2. Op een dag reed hij met zijn wagen door het bos. Opeens zag hij langs de weg een kale heuvel. Omdat hij deze nog nooit eerder had bemerkt, ging hij er en keek verwonderd rond. Terwijl hij daar stond, zag hij twaalf grote sterke kerels aankomen. Hij dacht dat het rovers waren en verborg zich snel.

3. De twaalf gingen voor de heuvel staan en riepen: "Berg Semsi, berg Semsi, open je." Toen week de kale berg in het midden uiteen en de twaalf mannen gingen naar binnen. Zodra ze binnen waren, sloot de berg zich. Na korte tijd kwamen de rovers weer naar , zwaar beladen met zakken. "Berg Semsi, berg Semsi, sluit je", riepen ze. De berg sloot zich weer en de rovers vertrokken.

4. De arme man kwam tevoorschijn. Hij was geworden naar de geheimzinnige dingen, die in de berg waren verborgen. Daarom ging hij voor de berg staan en zei: "Berg Semsi, berg Semsi, open je." En de berg opende zich. Toen stapte hij naar binnen en zag hopen goud en zilver, parels en schitterende edelstenen. De arme man wist eerst niet wat hij moest doen. Zou hij wel iets van die schatten mee mogen nemen? Tenslotte vulde hij zijn zakken toch maar met goud en parels.

5. Toen hij weer buiten stond, riep hij: "Berg Semsi, berg Semsi, sluit je!" De berg sloot zich en hij reed met zijn wagen weer naar huis. Nu hoefde hij niet meer zo in de zorgen te zitten. Hij leefde vrolijk en tevreden, gaf geld aan de armen en was voor iedereen vriendelijk.

6. Toen het geld opraakte, ging hij naar zijn oudere broer en leende een schepelmaat (= een maatschep van 10 liter, die de boeren gebruikten om bijv. graan mee te meten). Daarmee haalde hij opnieuw goudstukken. Toen hij voor de derde maal wilde gaan halen, leende hij opnieuw de .

7. De rijke broer was echter afgunstig op de welvaart van zijn broer. Hij kon maar niet begrijpen, waar die rijkdom vandaan kwam en waarvoor zijn broer telkens de schepelmaat nodig had. Daarom bedacht hij een list: hij bestreek de schepel aan de onderzijde met pek.

8. Toen hij de maat terug kreeg, was er een goudstuk aan de onderzijde blijven kleven. Daarop ging hij naar zijn en vroeg hem: "Wat heb je met die maat gemeten?" "Koren en gerst", antwoordde zijn broer. Maar nu toonde de rijke broer hem het en dreigde hem bij het gerecht aan te klagen, als hij niet zei, waar het goudstuk vandaan kwam. Nu vertelde zijn broer hem alles.

9. De rijke liet onmiddellijk zijn wagen inspannen en reed weg. Hij wilde zo mogelijk heel wat goud gaan halen. Toen hij voor de heuvel stond, riep hij: "Berg Semsi, berg Semsi, open je." De berg opende zich en hij ging naar binnen. Daar lagen de rijkdommen voor het en hij moest lang nadenken, wat hij het eerst zou pakken. Tenslotte pakte hij edelstenen op, zoveel als hij kon dragen. Hij wilde de schat naar buiten brengen, maar hij veel te bezig was met die schatten, was hij de naam van de berg vergeten. Hij riep: "Berg Simeli, berg Simeli, open je." Maar dat was niet de juiste naam en de berg bleef gesloten. Toen werd hij vreselijk bang. Hij raakte steeds meer in de war en alle schatten van de berg hielpen hem niets.

10. 's Avonds opende de berg zich en verschenen de rovers. Toen ze hem zagen, begonnen ze te lachen en zeiden: "Daar hebben we de vogel gevangen! Dacht je soms, dat wij niets gemerkt hadden? Nu kom je er niet meer levend uit!" Bevend van angst riep hij: "Ik was het niet. Het was mijn broer." Maar hoe hij ook smeekte, het hielp hem allemaal niets. De rovers sloegen zijn hoofd eraf.

Controleer nu eerst of je de woorden goed ingevuld hebt (druk op Controleer) en kies dan:

Ik wil nu de woordenschatoefening bij deze tekst doen.

Ik wil nu de vragen bij deze tekst maken.