Begrijpend lezen: gatentekst

Vul passende woorden in. Houd rekening met de context.

De wolf en de hond


Een magere wolf met een lege maag kwam op zekere dag een hond tegen. De hond zag er verzorgd en weldoorvoed uit.
"Tjonge jonge, heer hond," zei de wolf, "wat ziet u er goed uit! U moet wel een prima leven hebben."
De hond stond een ogenblik stil en bekeek de eens goed. Mager was hij wel!
"Ik werk voor mijn baas en zorgt voor mij," sprak de hond.
"Ik zou ook best voor jouw willen werken," zei de wolf, "als hij dan net zo goed voor mij ."
"Ik kan het je ," zei de hond. "Zwervend door het woud tref je niets anders dan ellende. Je wordt voortdurend opgejaagd en leeft er als een schooier. Elke dag is het weer onzeker of je voldoende eten vindt. Mijn baas zal goed voor je zorgen. Toevallig heeft hij net een waakhond nodig, die de bedelaars en zwervers van het erf afjaagt."
"Kan ik dat wel?" vroeg de wolf.
"Natuurlijk, je hoeft alleen maar af en toe dreigend te blaffen. Mijn baas zal je belonen met malse kippenboutjes en je krijgt kliekjes in overvloed. Kom maar !"
De woorden van de hond ontroerden de wolf heel erg. Hij kreeg er zelfs van in zijn ogen. Wat een leven zou hij krijgen! Geen wonder, dat de hond er zo best uit zag!
Lopend naar het huis van de baas, zag de wolf wat kale plekken in de hals van de hond.
"Eén ding nog," zei de wolf, "ik zie dat je in je hals wat haren mist. Kun je me hoe dat komt?"
"Ach, dat is niets," antwoordde de hond, "mijn halsband heeft, wanneer ik word vastgelegd, daar wat haren weggesleten."
"Halsband? Vastgelegd? Bedoel je, dat je dan niet vrij rondloopt?"
"Niet altijd, maar wat geeft dat nou?"
"Dat geeft zo veel, dat ik je overvloed niet wens te delen. Niet voor de grootste schat ben ik bereid vrijheid op te geven!"
Dat zeggend liep de wolf weg en hij loopt nog steeds.Vrij!...


Check nu eerst of je de woorden goed hebt ingevuld: druk hieronder op Controleer.

En nu wil ik de woordenschatoefening bij deze tekst doen.