Begrijpend lezen: w-vragen
Wie? Wat? Waar? Wanneer?
Lees de tekst.
Wie gaat er eten?
- de goudvis
- Els
Wat gebeurt er met de vis?
- De vis springt uit zijn kom.
- De vis wordt te dik van het eten.
Waar staat de vissenkom?
- op tafel
- op de bank
Wanneer schrikt Els?
- als de vis uit zijn kom springt
- als de vis in de kom zwemt