Begrijpend lezen: kies telkens het juiste woord.

Slijmerige beestjes

Je ziet ze regelmatig: slakken. Als ze voorbij kruipen, laten ze een glinsterend spoor achter. Dat spoor is een laagje slijm, dat uit de ............ van de slak komt. Zo kan het dier zich al glijdend voortbewegen, zelfs over scherpe steentjes heen.

Wanneer een slak tegen een muur op klimt, scheidt hij een steviger soort slijm af. Hierdoor heeft hij meer ............

Slakken houden van vochtige plekjes. Zelf bestaan ze ook voor een groot deel uit water. Ze zijn dol op een regenbui. De zon ............ ze liever.

Slakken zijn weekdieren. Dat betekent dat er in hun lijf geen botten zitten. Een inktvis is ............ ook een weekdier.

De meeste weekdieren leven in het ............