"Ik kan delen met rest."
We gaan 22 pennen verpakken.
Er gaan
pennen in een verpakking.
In 4 verpakkingen gaan in totaal
pennen.
Als ik 4 verpakkingen gevuld heb, zijn er nog
pennen over.
De 2 overgebleven pennen noemen we de
rest
.
We schrijven dat zo op:
22
:
5 = 4
rest
2
Verpak nu
19 scharen
.
Er gaan
scharen in een verpakking.
In 6 verpakkingen gaan in totaal
scharen.
Als ik 6 verpakkingen gevuld heb, is er nog
schaar over.
19
:
3 =
rest
Probeer ook:
23
:
4 = 5 rest
30
:
7 = 4 rest
28
:
5 =
rest 3
34
:
8 =
rest 2
17
:
3 =
rest
Controleer
OK