Bekijk deze afbeelding:
De hoekpunten van de vierhoek hebben we een naam gegeven: hoekpunt A, hoekpunt B, enz.
De vierhoek krijgt dan vanzelf ook een naam:
vierhoek ABCD.
Om de oppervlakte van vierhoek ABCD te kunnen berekenen, is de vierhoek op een ruitjesachtergrond geplaatst en is er een groene rechthoek omheen getekend:
De oppervlakte van de groene rechthoek is
hokjes.
Nu gaan we de gele, driehoekige oppervlaktes eraf halen:
In totaal moeten er 6 + 1 + 5 + 2 =
hokjes van de 30 af.
De oppervlakte van vierhoek ABCD is dan 30 - 14 =
hokjes.
Deze manier om de oppervlakte van een veelhoek te berekenen, noemen we
insluiten.