Procent betekent: "van de 100".

Vul het juiste getal in.

A. 30 van de 100 kinderen hebben geld mee op schoolreis. Dat is procent.

B. 55% van de deelnemers heeft geen enkele ervaring met snowboarden. Dan heeft % wel enige ervaring met snowboarden.

C. 1 van de 5 is gelijk aan van de 100.

D. 7 van de 10 is gelijk aan van de 100 en is dus %.

E. 6 van de 25 kinderen zitten niet op sport. Dat is gelijk aan van de 100 en is dus %.