Voltooid deelwoord gebruikt als bijvoeglijk naamwoord

Vul alles in en klik dan op "Controleer".

Het voltooid deelwoord gebruikt als bijvoeglijk naamwoord:
- de uitgezwaaide oma, de gevonden portemonnee (let op de n);
- de uitvergrote foto (zo kort mogelijk, dus niet: uitvergrootte).


Vul in:

1. Nico is dol op (roken) paling.

2. Hiervoor heb je een stuk (buigen) metaal nodig.

3. De (snijden) stukken kaas kun je hier neerleggen.

4. De (rijpen) vruchten leg je daar maar neer.

5. De (plukken) aardbeien kun je meteen opeten.

6. De (lakken) tafel staat nu te koop.

7. Hoeveel (branden) cd's heb je bij je?

8. Het (uitrekken) elastiek stond op knappen.

9. De (breken) vaas is niet meer te lijmen.