Hoofdregel: schrijf de stam net als in het Engels.Uitzondering 1: als de stam in het Engels eindigt op een dubbele medeklinker, schrijven we in het Nederlands de stam met één medeklinker, tenzij dit een verkeerde uitspraak oproept.
Voorbeeld: volleyball (Engels), ik volleybal (Nederlands).Uitzondering 2: als de stam in het Engels eindigt op
le, schrijven we in het Nederlands de stam met
el op het eind, tenzij dit een verkeerde uitspraak oproept.
Voorbeeld: settle (Engels), ik settel (Nederlands).Uitzondering 3: als de stam in het Engels eindigt met een lettergreep met de
oo-/oor-klank, schrijven we de stam in het Nederlands "op zijn Nederlands".
Voorbeeld: score (Engels), ik scoor (Nederlands).1. Mitchell en Randy (crossen)
vorig jaar nog in een lagere klasse.
2. Esther (promoten)
toen vooral haar eigen club.
3. Wie heeft Richard (tackelen)
?
4. We hebben met de zaak (paintballen)
.
5. (flossen)
je wel iedere dag?
6. Eef en Aad (grillen)
het vlees, voordat de gasten kwamen.
7. Het team heeft vlak voor de wedstrijd (yellen)
.
8. Fernandez (carpoolen)
morgen met zijn collega.
9. Hij (googelen)
haar naam, voordat hij met haar aanpapte.
10. Alle gemeentes (recyclen)
vorig jaar minder glas dan dit jaar.