Ik kan .......... Op de puntjes kun je van alles invullen: zingen, korfballen, schrijven, bewegen, ...
Dit soort woorden noemen we
werkwoorden.
Een werkwoord kan verschillende
vormen aannemen:
ik
zingjij
zingtjullie
zingenik
zongwij
zongenzij heeft
gezongenMaar achter
ik kan........ kun je alleen maar
zingen invullen (geen
zongen bijvoorbeeld).
Zingen noemen we het
hele werkwoord.
Opdracht: Zoek de hele werkwoorden in de volgende zinnen.Tip: voor een heel werkwoord moet je kunnen schrijven: ik kan.....1. Joost is aan het voetballen op het veld.
2. Ik zal het proberen!
3. Wat is Jochem aan het zeuren vandaag.
4. Wat zijn jullie aan het spelen?
5. Romy houdt van dansen.
Het schrijven van
hele werkwoorden is niet moeilijk: eigenlijk gelden de gewone spellingregels, die je allang kent.
Anders wordt het, wanneer een werkwoord een andere vorm aanneemt dan het
hele werkwoord. Dat leer je in de volgende oefeningen.
Onthoud: voor hele werkwoorden gelden de gewone spellingregels.