Bekijk het persoonsvormschema van sterke werkwoorden:



Bij sterke werkwoorden ga je in de verleden tijd op je gehoor af.

Je kunt 't fokschaap hier niet gebruiken.


Opdracht 1: vul in de zinnen hieronder de juiste vorm van het werkwoord in.
Gebruik het werkwoord dat tussen haakjes staat.

1. De auto (vliegen) toen de bocht uit.
2. Ik (roepen) nog, toen ik je zag.
3. Een week geleden (verliezen) we een belangrijke wedstrijd.
4. Jullie (beklimmen) vorig jaar samen de Mount Everest.
5. Toen hij nog maar 5 jaar oud was, (schrijven) Berend linkshandig.
6. Mohammed en René (zwemmen) twee maanden terug af voor hun C-diploma.
7. Jij (slaan) de plank toen mis.
8. Ik (begrijpen) het gisteren al, hoor!