Pas op voor de hitte
Annie M.G. Schmidt

Denk aan juffrouw Scholten,
die is vandaag , (gessmolten, gesmoolten, gesmolten, gesmollten)
helemaal gesmolten, op de Dam.
Dat kwam door de hitte,
daar is ze in gaan zitten
- als je soms wilt hoe dat kwam. (weten, wetten, weeten, weetten)
Ze hebben het voorspeld: Pas op, juffrouw, je smelt!
Maar ze was eigenwijs... (ontzetend, ontzettend, ontzeetend, ontzeettend)
Als een pakje boter,
maar dan alleen wat groter,
is ze , voor het paleis. (uitgellopen, uitgelloppen, uitgelopen, uitgeloppen)

Enkel nog haar tasje
lag daar in een plasje...
Alle hebben het vermeld (kranten, krannten, kraanten, kranntten)
op de eerste pagina.
Kijk het zelf maar even na.
Ja, daar staat het, kijk maar: smelt. (daamme, daame, damme, dame)

Die arme juffrouw Scholten...
helemaal gesmolten...
Als dat jou en mij eens ... (overkwam, ooverkwam, ovverkwam, oovverkwam)
Laten we met die hitte
overal gaan zitten...
maar vooral niet midden op de Dam.