<?xml version="1.0"?>
In welke zin is het vet gedrukte werkwoord verkeerd gespeld?
- De oude dame praatte aan een stuk door.
- Frank heeft een horloge geërfd.
- De verontrustte ouders belden de politie.
- Tastend in het duister vond hij de uitgang.
- Mark gelooft zijn eigen ogen niet.
- Zij baadde met een badmuts in het water.
- De keeper miste de bal net.
- Hij zondt de brief naar zijn neefje.
- We boodden de visite een drankje aan.
- De geknoeide limonade moest worden opgedweild.
- Floris trommelt op tafel.
- Ik laat me niet kisten!
- Hij bekraste het tafelblad.
- De premies worden verhoogd.
- Vermeldt je alle details?
- De gevonden sleutel is van Erik.
- Bevend van angst opende hij de deur.
- Ze glijd met een flinke vaart omlaag.
- De verkoopster bedacht zich geen moment.
- Ik bedankte voor de moeite.
- Het ontworpe voertuig is sneller, dan de snelste auto.
- Ik houd niet van verliezen.
- De oude vrouw heeft lang geslapen.
- Van de afgebrande winkel was weinig over.
- Sophie fopte haar moeder.
- Hij wachte net zo lang, tot hij zijn zin kreeg.
- Moeder doet elke dag boodschappen.
- Max schreeuwde het uit van de pijn.
- Je hebt het belooft!
- Aanvaard je de consequenties?
- Het verzonnen verhaal maakte weinig indruk.
- Al met al levert het weinig op.
- Ze wordt door iedereen gemeden.
- Jeroen schopte de bal in het doel.
- Ingrid en Marja pasten de kledingstukken.
- Het moet niet teveel geld gaan kostten.
- De reiziger wachtte op de trein.
- Hoeveel bied jij voor de gameboy?
- De consumentenbond teste dvd-spelers.
- Wie heeft dit bedacht?