Woordenschat groep 4 - Controletoets

Een ander woord voor opgewekt is...
1. vrolijk
2. woest
3. treurig
4. bang
Het tegengestelde van opschieten is...
1. treuzelen
2. fluisteren
3. snotteren
4. zwijgen
Een ander woord voor gluren is...
1. loeren
2. afzien
3. smikkelen
4. verrassen
Het tegengestelde van iedereen is...
1. niemand
2. sommigen
3. nergens
4. anders
beven - giechelen - giebelen - grinniken

Welk woord hoort niet in dit rijtje thuis?
1. beven
2. giechelen
3. giebelen
4. grinniken
keren betekent...
1. de tegengestelde richting op gaan
2. opstijgen
3. een auto tijdelijk ergens neerzetten
4. langzaam op en neer gaan
Heel erg stil noemen we...
1. muisstil
2. sneeuwstil
3. mierstil
4. kikkerstil
Welke uitdrukking hoort bij iemand onderbreken, die aan het praten is?
1. iemand in de rede vallen
2. iemand de wind van voren geven
3. iemand te woord staan
4. een hekel hebben aan iemand
Een ander woord voor pels is...
1. vacht
2. vlees
3. vet
4. ribbenkast
Iemand die optreedt, is een...
1. artiest
2. jager
3. uitvinder
4. verpleger