Woordenschat groep 5

Vul alles in en klik dan op "Controleer". Druk op [?] of "Hint" voor hulp. Dat kost echter wel punten.
Vul bij elke zin het juiste woord in. Kies uit:
kantelen, klapstuk, lanceren, loom, maximaal, miezeren, nederlaag, op het nippertje, ogenblikkelijk, in een ommezien.

1. In de fles gaat één liter.
2. Bij dit warme weer voel ik me .
3. Heleen kwam aan bij het station; ze haalde nog net de trein.
4. Militairen de komende week twee raketten.
5. De verkeerde kant is boven: je moet de doos .
6. Blijft het soms de hele dag ?
7. De tandarts had de kies er uit.
8. Zijn optreden vormde het van de avond.
9. Koos en Toos, kom naar beneden!
10. Na de reden we teleurgesteld naar huis.