Werkwoorden als op de Citotoets: Instaptoets
In welke zin is het dik gedrukte woord fout gespeld?
- Hij lachtte iedereen uit.
- Probeerden jullie gisteren in de camper uit te rusten?
- Zijn deze appeltjes gestoofd?
- Op onverwachte momenten duiken ze op.
In welke zin is het dik gedrukte woord fout gespeld?
- Dus jij wondt de draad om de klos?
- Lopende het onderzoek doet de politie geen mededelingen.
- De verbrande piepers heb ik maar snel weggegooid.
- Zanik toch niet zo!
In welke zin is het dik gedrukte woord fout gespeld?
- Zouden die wagens veel geld kostten?
- Wat word jij later?
- Bind dat dikke touw goed vast!
- Het heeft hier flink geregend.
In welke zin is het dik gedrukte woord fout gespeld?
- Je bent verandert sinds ik je voor het laatst zag.
- Volgens mij ademt de verongelukte kater nog.
- Blijf daar van af!
- Dat idee juichten zij van harte toe.
In welke zin is het dik gedrukte woord fout gespeld?
- Wetent dat het niet mag, pakt hij toch een zuurstok.
- Dat bedorven stuk fruit hoef ik niet meer.
- Ben je al ingelogd?
- Ik eiste uitleg van de wethouder.
In welke zin is het dik gedrukte woord fout gespeld?
- Veel opgepakten misdadigers hebben een stoornis.
- Op één van die vergeelde foto's staat mijn overgrootmoeder nog.
- Ik heb last van tintelende vingers.
- Esther verwachtte teveel van haar echtgenoot.
In welke zin is het dik gedrukte woord fout gespeld?
- Rijdt door, kleintje!
- Steeds vaker verongelukt op deze oversteekplaats een fietser.
- Hij redt je, als je in nood verkeert.
- Doorkruiste de weg de heide destijds?
In welke zin is het dik gedrukte woord fout gespeld?
- Het tochte verschrikkelijk in de gang.
- Laat het toch wegroesten, man!
- Wat kan jou dat schelen?
- Ik geloofde het al niet.
In welke zin is het dik gedrukte woord fout gespeld?
- Na het graven zeefde we het zand.
- Geheel of gedeeltelijk ontblote lichamen zijn op de heilige plaats niet toegestaan.
- We zwaaiden oma uit, toen ze op vakantie ging.
- Hoe haal je het in je hoofd?
In welke zin is het dik gedrukte woord fout gespeld?
- Gedupeerde klanten moeten zich vóór 5 juni bij ons meldden.
- Ze wasten zich extra goed, nadat ze de sloot uitgebaggerd hadden.
- Je beweert nu het tegendeel van wat je gisteren zei.
- Sprintte hij het warenhuis uit?