Voorspellen

Vul alles in en klik dan op "Controleer". Druk op [?] of "Hint" voor hulp. Dat kost echter wel punten.


Door regelmatig te voorspellen hoe een tekst verder gaat, leer je hoe teksten zijn opgebouwd. Je gaat structuren (patronen) herkennen en zult teksten steeds beter gaan begrijpen.

Opdracht: voorspel na elk schuin gedrukt tekstfragment hoe de tekst waarschijnlijk verder zal gaan.
Tip: voorspel zonder stiekem verder te lezen.

Een leerzame ochtend
Dat mensen met een visuele handicap het niet altijd gemakkelijk hebben, weet je wel. Maar heb je zelf wel eens ervaren hoe het is om slechtziend of blind te zijn? De leerlingen van groep 8 kregen deze mogelijkheid tijdens een bezoek van de werkgroep Toegankelijkheid. Marije vertelt erover.


1. Ik voorspel .
A. Welke ervaringen deden de leerlingen op tijdens dit bezoek?
B. Wat zijn de verschillen precies tussen slechtziend en blind?
C. Van wie heeft groep 8 dit jaar allemaal bezoek gehad?

Marije vertelt: "onze klas werd in tweeën gesplitst. De ene groep kreeg binnen uitleg over het brailleschrift."

2. Ik voorspel .
A. Ik heb ook wel eens over stenoschrift gehoord.
B. We hebben een ontzettend gezellige groep.
C. De andere groep ging met een meneer mee naar buiten.

"Dat is tekst die je kunt voelen. De andere groep ging op het schoolplein oefenen met een blindenstok; een stok waarmee je kunt tasten waar je loopt. Ik zat in de groep die binnen bleef."

3. Ik voorspel .
A. De ervaringen van de groep die binnen bleef.
B. Wat kun je allemaal doen met een blindenstok?
C. De ervaringen van de groep die naar buiten ging.

"We kregen eerst het braillealfabet te zien en moesten zelf een zin in braille vertalen naar 'gewone' taal."

4. Ik voorspel .
A. Mijn tante is ook vertaalster. 'Tolk' heet dat.
B. Daarna deden we nog een activiteit.
C. Buiten was het mooi weer.



"Dat vertalen viel niet mee, maar je mocht het gelukkig samen doen. Daarna mochten we op een speciale typemachine een zin in braille typen. Ik had getypt: Wie kan dit lezen? Na drie kwartier moesten we wisselen met de andere groep. Vol verwachting ging ik naar buiten."

5. Ik voorspel .
A. De activiteiten binnen.
B. In de andere groep zat Ilse, mijn beste vriendin.
C. De activiteiten buiten.

"Op het schoolplein lagen matten. Je kreeg een skibril op, waar je niet doorheen kon kijken. Met een blindenstok moest je zelf voelen waar je liep. Je mocht niet van de matten af raken."

6. Ik voorspel het slot van de tekst: .
A. Nog meer over het brailleschrift.
B. Wat vond Marije van de ervaringen, die ze met de klas opdeed?
C. Welke regels zijn er op Marijes school?



"Ik vond het wel een leerzame ochtend. Ik wist niet dat er speciale typemachines bestonden, om braille te typen. Het lopen met een blindenstok vond ik best eng. Ik vind het erg dapper, dat blinde mensen gewoon met zo'n stok door het verkeer durven te lopen."



Onthoud: vergelijk regelmatig het verloop van een tekst met je eigen voorspellingen. Zo leer je hoe een tekst is opgebouwd.