Oriënteer je op de tekst: Behoud de bij. Oriënteren betekent: lees de titel, bekijk de plaatjes, lees een stukje van de inleiding en van het eind van de tekst.
Signaalwoorden zijn belangrijke woorden, die je helpen de tekst te begrijpen.
Ook het woordje daarom in de eerste alinea valt op.
In de tweede alinea vallen de woorden oorzaken en bijdragen op.
Woordenschat 1: om een tekst goed te kunnen begrijpen, moet je bepaalde woorden begrijpen. Soms kun je de betekenis uit de tekst afleiden Je leest dan een paar zinnen vóór en een paar zinnen na het woord.
In de derde alinea valt het woord namelijk op.
Woordenschat 2: om een tekst goed te kunnen begrijpen, moet je bepaalde woorden begrijpen. Soms kun je de betekenis uit de tekst afleiden Je leest dan een paar zinnen voor en een paar zinnen na het woord.
Woordenschat 3: om een tekst goed te kunnen begrijpen, moet je bepaalde woorden begrijpen. Soms kun je de betekenis uit de tekst afleiden Je leest dan een paar zinnen voor en een paar zinnen na het woord.
Aan het eind van de tekst wordt de tekst steeds meer meninggevend.