De schrijver van bovenstaande tekst had als doel: zijn mening geven, anderen overhalen. We noemen zo'n tekst een argumentatieve tekst.
De schrijver vindt dat iedere vrachtwagen een dode hoekspiegel moet hebben.

De schrijver geeft in zo'n tekst argumenten: hij vertelt waarom hij iets vindt.
Hij probeert anderen te overtuigen door te schrijven:
- er worden nog steeds kinderen aangereden door vrachtwagens;
- om het geld hoeven vrachtwagenchauffeurs het niet te laten.

Opdracht: test je kennis over argumentatieve teksten!
Tip: typ in de vakken A, B of C.

1. Wat is je leesdoel, als je een argumentatieve tekst leest?
A. Iets te weten komen.
B. Iemands mening te weten komen.
C. Leren hoe je iets moet doen.

2. Wat is je leeshouding, als je een argumentatieve tekst leest?
A. Kritisch lezen: kijken of je het met de schrijver eens bent.
B. Aandachtig lezen, lange teksten nog eens lezen.
C. Nauwkeurig lezen, stap voor stap.

3. Welke van de drie volgende titels is van een argumentatieve tekst?
A. Hoe plak ik mijn lekke fietsband?
B. Waarom je voor dieren ook respect moet hebben.
C. Wat zijn dodo's?

4. Wat is de mening van de schrijver van onderstaande tekst?
A. De politie doet goed werk.
B. Een moskee is geen mooi gebouw.
C. Gun ieder zijn eigen geloof.
De tekst:
Mijn buurjongen en buurmeisje zijn aangehouden door de politie. Ze hadden een soort brandbom gemaakt en tegen de moskee in onze buurt gegooid. Ik vind het goed, dat de politie ze heeft aangehouden. Je moet een ander zijn eigen geloof gunnen. Als je een moskee niet mooi vindt, ga je hem toch niet in de fik steken? Er hadden wel gewonden of doden kunnen vallen!

Onthoud: argumentatieve teksten verkondigen een mening of willen je overhalen. Je leest ze kritisch en kijkt of je het met de schrijver eens bent.