bram slaapt

buiten is het koud.
je ziet weinig dieren.
aan de struiken zitten geen bessen.

bram ligt in zijn hol.
hij slaapt.
heel lang.

zijn buik is rond.
hij heeft heel veel eten op.
goed zo, bram.
slaap maar lekker.
er is nu toch bijna geen eten buiten.

Vragen