kies de juiste zin.
Klik op het vraagteken dat voor het juiste antwoord staat.
Laat alle vragen zien
<=
=>
..................................
die is van eefje.
de vlieger is nieuw.
?
zie je die vlieger?
?
wat een mooie dag.
?
de zon straalt.
..................................
help je mee?
de vlieger moet de lucht in.
?
hoi kim.
?
eefje fietst
?
de boom groeit.
..................................
en eefje de vlieger.
dan gooit eefje de vlieger de lucht in.
?
kim houdt het touw vast.
?
kim doet mee.
?
kim lacht.
..................................
en houdt het touw goed vast.
de vlieger gaat omhoog!
?
kim rent.
?
eefje kijkt omlaag.
?
de vlieger valt.
OK