kies de juiste zin.
Klik op het vraagteken dat voor het juiste antwoord staat.
Laat alle vragen zien
<=
=>
ik heb een boot gemaakt.
een boot met een zeil.
..................................
?
hij kan echt varen.
?
ik lust wel een dropje.
?
dag, opa!
Ik loop naar de sloot.
Ik leg de boot in het water.
..................................
?
de boot drijft.
?
ik lig graag in bad.
?
waar is mijn zaag?
de wind waait.
de boot vaart.
..................................
?
mooi om te zien!
?
dat smaakt!
?
ik stamp in een plas.
nu wil ik naar huis.
maar mijn boot is ver weg.
..................................
?
hoe krijg ik mijn boot terug?
?
er zit zand in mijn schoen.
?
ik pak de boot.
er komt een man aan.
hij heeft een lange stok.
..................................
?
hij haalt mijn boot uit de sloot.
?
kijk, daar is de zon.
?
ik heb nog hout over.
OK