Geen zin

"Wat is dit?" Marijke haalt niet alleen een drinkbeker uit Olafs tas, maar ook een A4'tje.
"O, gooi maar weg." Olaf houdt zijn blik op zijn telefoon gericht.
"De topografie van Noord-Holland, proefwerk 16 september. Volgens mij heb je iets te doen, Olaf."
"500 bonuspunten! Ik heb de zombies verslagen, mam." Olaf kijkt zijn moeder stralend aan. Pas dan merkt hij haar serieuze blik op.
"Leg die telefoon maar even op de kast. Je moet leren voor je proefwerk."
"Nee," moppert Olaf, "ik ben nog niet klaar met het spel. En ik wil geen topografie leren."
"Dan haal je een onvoldoende voor je proefwerk. Dat lijkt me niet best."
Olaf reageert boos. "De school is uit: dit is mijn vrije tijd! Bovendien: wat heb ik eraan, om te weten waar Haarlem en Alkmaar liggen? Ik kom daar nooit!"
Marijke denkt na, voordat ze antwoordt. "Het is handig om de ligging van enkele grote steden te kennen. Als je dan ergens in de buurt moet zijn, weet je ongeveer waar je je bevindt."
"Ik zeg je toch net: ik kom nooit in Noord-Holland!"
"Let op je toon, Olaf. En nogmaals: leg je telefoon op de kast. Vertel me dan wat je me wilt zeggen."
Olaf legt zijn telefoon weg en zucht. "Ik wil best leren waar sommige plaatsen liggen, maar ik weet gewoon niet HOE ik dat moet leren. Dat heeft juf me niet geleerd!"
Nu begrijpt Marijke Olafs echte probleem. "Laten we wat ezelsbruggetjes verzinnen. Ik begin: in Den Helder is het uitzicht altijd helder. Het is dus zogenaamd altijd mooi weer, zodat je het eiland Texel goed kunt zien liggen."
Olaf ziet het voor zich: hij staat op het strand en ziet aan de overkant van de zee het strand van Texel. Een klein meisje zwaait naar hem, Olaf zwaait terug. Dan komt er ineens een gedachte in hem op. "Kan dat eigenlijk wel: kun je vanaf Den Helder Texel zien liggen?"
"Dat doet er niet toe," zegt Marijke, "het gaat erom dat je nu weet waar Den Helder en Texel liggen."
"Ja, OK, dat is in elk geval gelukt. Nu is het mijn beurt ___________________ ."


hooikoorts

Vragen