De eerste schooldag van groep 6 begon vreemd. Niet zomaar vreemd, héél vreemd. Het was na het speelkwartier, juf Ellen was nog niet in de klas, toen Emma per ongeluk het deksel van haar drinkbeker liet vallen. Het rolde precies onder Kians tafel. "Wacht maar", zei Kian en hij dook omlaag. Toen ontdekte hij het: een metalen ring in de vloer, half verstopt onder het vloerkleed. "Mark, Emma," siste hij, “help me eens!" Drie kinderen (Noor kon het natuurlijk niet laten om mee te doen) tilden ze het kleed op, terwijl Kian aan de ring trok.
KRRAAAAK! Een houten luik ging open. Daaronder: een trap, donker, stoffig. Het rook een beetje naar oude boeken en pindakaas. "Gaan we… naar beneden?" vroeg Mark met grote ogen. Kian knikte. "Duh, wat denk jij dan; dat we gaan wachten tot juf er is?" Met een bonzend hart stapte Noor als eerste de trap af. Elke trede kraakte. Achter haar volgden Kian, Mark en Emma, elk met grote ogen en open monden. Beneden kwamen ze uit in een koude gang met stenen muren. De zaklamp van Noor (die had ze natuurlijk in haar tas, want Noor is Noor) scheen op een houten deur. Kian duwde de deur voorzichtig open. In de ruimte erachter stonden houten banken, oude boeken en inktpotten. Aan de muur hing een houten bordje met afbeeldingen en woorden: aap, noot, mies, … "Wow, dit lijkt wel een heel oud klaslokaal!" fluisterde Emma. Maar niemand hoorde haar, want op hetzelfde moment klonk er een akelige krijs…
De kinderen in het verhaal ontdekten een luik. Hoe?
Kian zag de ring, toen hij het deksel van Emma's drinkbeker wilde oprapen.
Noor tilde een stukje van het vloerkleed op, waardoor de ring zichtbaar werd.
Juf Ellen had hen een aanwijzing gegeven.
In de tekst staat: Het rook een beetje naar oude boeken en pindakaas.
Wat had de schrijver ook kunnen schrijven (wel saaier)?
Het rook muf.
Het rook fris.
Het rook naar vers voedsel.
Uit welke woorden uit de tekst blijkt dat de kinderen het spannend vinden om de trap af te gaan?
met een bonzend hart, met grote ogen en open monden
elke trede kraakte, koude gang met stenen muren
daaronder: een trap, donker, stoffig
Bij wie van de kinderen past het best het woord ‘bijdehand’ het best?
Noor
Mark
Kiam
Emma
Waarom heeft de schrijver deze tekst vooral geschreven?
om je iets spannends te laten beleven
om je te informeren over hoe klaslokalen er vroeger uitzagen