Lees de tekst hiernaast.

Over WIE gaat het boek voornamelijk?
1. meneer en mevrouw Griezel
2. het ondersteboven-apencircus
3. de Rolmopsvogel
4. de gevreesde krimpziekte
WAT gebeurt er in het boek?
1. Meneer en mevrouw Griezel pesten eerst elkaar en vervolgens de dieren in de tuin.
2. Meneer en mevrouw Griezel eten uit hun baard met etensresten.
3. Meneer en mevrouw Griezel lezen elkaar voor.
4. Meneer en mevrouw Griezel trekken met het allereerste ondersteboven-apencircus de wereld rond.
WAAR speelt het verhaal zich af?
1. In het huis en in de tuin van de Griezels.
2. Dat kun je pas weten, als je het boek gelezen hebt.
WANNEER speelt het verhaal zich af?
1. Dat kun je zo niet weten.
2. In de vorige eeuw.
HOE pesten de Griezels elkaar?
1. met gruwelijke grappen
2. door kikkers in de spaghetti te doen
3. door wurmen in elkaars bed te doen
4. door restjes kippenlever in elkaars bed te doen
Lees het schuingedrukte stukje tekst nogmaals.

Waarom denk je, dat dit fragment schuingedrukt is en tussen twee hoge komma's staat?
1. Dit stukje tekst is uit het boek overgenomen.
2. Dit stukje tekst wordt door meneer Griezel gezegd.
3. Dit stukje tekst wordt door mevrouw Griezel gezegd.
4. In dit stukje tekst wordt uitgelegd waarom meneer Griezel nooit honger hoefde te lijden.