Begrijpend lezen

Winterfeest

1. De wereld lijkt van suikergoed
zo wit, zo zacht, zo fijn.
De bomen dragen mutsen
van glinsterend sneeuwgordijn.

2. De vijver wordt een spiegel
het ijs zo glad, zo klaar.
We binden schaatsen onder
en zoeven langs elkaar.

3. Een sneeuwbal in mijn wanten
hij vliegt, hup! door de lucht
Daar roept een vriend: “Goed raak, hoor!”
en gaat weer op volle vlucht

4. Dan thuis, de kachel knettert
een deken warm en zacht
Met chocolademelk erbij
wordt ’t buiten langzaam nacht

5. De winter is een feestje
een sprookje, jaar na jaar
We blijven lang genieten
van sneeuw en van elkaar
sneeuw.png