Uitleg Past Perfect en Past Perfect Continuous

De Past Perfect gebruik je:

- als een handeling in het verleden vooraf ging aan een andere handeling in het verleden:

Voorbeeld 1: When he had finished, he went home.

Voorbeeld 2: She had worked there for only a week, when she was fired.

- als iets in het verleden begonnen is en inmiddels is afgelopen:

Voorbeeld : I had had the Mercedes for over a year (het gaat hier even niet om de tijdsduur).


De Past Perfect Continuous ('ing- vorm') gebruik je:

- als iets in het verleden begonnen is, inmiddels is afgelopen en je wilt vooral de tijdsduur benadrukken.

Voorbeeld : I had been studying English for six years (wel zes jaar lang, nu niet meer).

 

Oefening:

Klik hier voor de oefening