Heb jij gevoel voor maten?
Opdracht: vul de juiste eenheid in.Kies uit: centiliter, liter, milliliter, kilometer, millimeter, seconden, minuut, uur, jaar, gram, kilogram.
Let op: milli schrijf je met ll.1. De hartslag van de zieke is 74 slagen per
.
2. De ambulance rijdt met een snelheid van 120
per
.
3. Het hoesttablet weegt nog geen 0,1
.
4. Door jouw lijf stroomt ongeveer vijf
bloed.
5. Na drie dagen koorts is het gewicht van de patiënt 1,5
afgenomen.
6. Je moet deze injectie op de
nauwkeurig geven.
7. Morgen om 5 uur ben ik weer bij u, dus tot over 24
.
8. Hier is een glaasje vers sinaasappelsap. Dat is 20
gezondheid!
9. Ik moet enkele
mijn adem inhouden van de dokter.
10. Een kwartaal is een kwart
.
Bron: Concretisering referentieniveaus rekenen 1F/1S, Pluspunt, bewerkt door lvs-trainer Nederland.