Werkwoorden: alle vormen door elkaar

Deze oefening printen als oefenblaadje

Vul alles in en klik dan op "Controleer". Druk op [?] of "Hint" voor hulp. Dat kost echter wel punten.

1. De (overblijven) pakketjes (worden) morgen (verzenden) .
2. (hebben, vt) ik dat niet al eerder (zeggen) ?
3. De wervelwind (razen) vorige week door dit (uitsterven) gebied.
4. Anne en Henk (zullen) de (beloven) artikelen gisteren (brengen) hebben.
5. Het (bezetten) pand (worden) over een uur (ontruimen) .
6. De (uitvergroten) foto van mijn twee (rennen) honden (hangen, tt) ik aan die wand.
7. Deze atleet (hebben, tt) een goed (trainen) lichaam.
8. De enveloppen (kleven, vt) aan elkaar vast.
9. De bomen in mijn tuin (verliezen, vt) vorige week al hun eerste bladeren.
10. In het vervolg (binden) je de aan elkaar (knopen) ballonnen beter vast, hoop ik.