Werkwoorden: alle vormen

Deze oefening printen als oefenblaadje

Vul alles in en klik dan op "Controleer".

1. Mijn vader (voorstellen) gisteren voor om een dagje naar het pretpark te gaan.
2. Dat (vinden) mijn zusje Merel en ik natuurlijk een goed idee, dus al snel (zitten) we met z'n allen in onze pas (repareren) auto.
3. Het (beloven) een zonnige dag te (worden) .
4. De toegangskaartjes (kosten) meer dan mijn ouders (denken) hadden.
5. Ik (verbazen) me zelf ook wel enigszins over de prijs.
6. Gelukkig (betalen) mijn ouders alles en (hoeven) ik zelf niet mee te betalen.
7. In het pretpark (willen) mijn ouders eerst een kopje koffie (drinken) , maar Merel en ik (bruisen) van de energie en waren dus al snel (verdwijnen) .
8. Eerst (beklimmen) we de steile trap van een reuzeglijbaan, waarna we op een matje met een noodgang naar beneden (glijden) .
9. Merels matje (gaan) op het eind scheef en met een smak (landen) ze op de grond.
10. We (besluiten) deze glijbaan niet nog een keer te (nemen) .
11. In plaats daarvan (lijken) de achtbaan ons een beter idee, al (moeten) je daar wel lang in de rij staan.
12. "(opschuiven) eens een stukje op, joh!" zei ik tegen Merel, die na ruim 3 kwartier wachten breeduit in het voorste karretje had (plaatsnemen) .
13. Merel (opschuiven) op en nauwelijks (zitten) ik naast haar, of de karretjes begonnen vaart te (maken) .
14. We (razen) voor mijn gevoel met wel 100 kilometer per uur over de baan heen.
15. Mijn maag (draaien) zich om en ik (hopen) maar, dat alle bouten stevig vast (schroeven) zaten.
16. Toen de karretjes eindelijk (stoppen) , (wankelen) Merel en ik terug naar onze ouders.
17. (speuren) naar een rustigere attractie, (belanden) we met zijn vieren bij het reuzenrad.
18. Zo'n rond (draaien) rad (lijken) ons allemaal wel wat, dus (gaan) we daar in.
19. De hele dag door heb ik verder allerlei foto's en filmpjes (maken) van deze leuke dag.
20. Hiernaast (zien) je er één; hoe (vinden) je 'm?