Engelse werkwoorden (zonder uitzonderingen)

Vul de juiste vorm van het werkwoord in.

Hoofdregel: schrijf de stam net als in het Engels.
Ga bij 't fokschaap (verleden tijd) uit van de klank die je hoort aan het eind van de stam. Dus niet van de laatste letter.

Speciale tekens kun je hier eventueel kopiëren: ü, ë, é, è.

1. We hebben in Den Bosch (snookeren) .
2. Mark (downloaden) je bestand over een uurtje.
3. Gisteren (barbecueën) we bij de buren.
4. Jij (saven) je werk straks nog wel even, Sarah?
5. Ik heb in het Amsterdamse bos (skaten) .
6. Ik (updaten) mijn website een uur geleden.
7. De arts (faceliften) mijn moeder vorige week.
8. Ik heb het programma inmiddels (upgraden) .
9. We (faxen) de gegevens gisteren naar het hoofdkantoor.
10. In Amerika heb ik voor het eerst (rugbyen) .