Vul de juiste werkwoordsvorm in

Herken de gebiedende wijs en gebruik daarvoor de ik-vorm.

De kikker en de os

Vader kikker (gaan, vt) uit wandelen met zijn gezin. En vader os ging ook uit (wandelen) , met zijn vrouw en zijn zoontje.
Toen ze elkaar (tegenkomen, vt) , zei een van de kikkerkinderen: ""Tjonge, (kijken) eens wat een reuzenos!"
"Zo groot (zullen, vt) ik ook best kunnen (worden) , (zeggen, vt) vader kikker en (zetten, vt) een hoge borst op.
"(laten) maar," zei moeder kikker, "ik (vinden, tt) je precies goed zoals je (zijn, tt) ."
"Ik (zullen, tt) net zo groot worden als die os," (zeggen, vt) vader kikker en (zetten, vt) zijn borst nog verder vooruit.
"Pap," zei een van de kinderen, "jij (zijn, tt) al groot genoeg."
Maar vader kikker (blazen, vt) zich nog verder op. Zijn gezicht (worden, vt) knalrood.
"Baaaaa!" (brullen, vt) de kikkerbaby.
Maar vader kikker (blazen, vt) zich nog verder op. Zijn gezicht (worden, vt) paars.
"Toe nou, pap," (roepen, vt) de hele kikkerfamilie, "(doen) nou niet! We (houden, tt) van jou zoals je (zijn, tt) ."
Maar de kikker blies zich weer verder op. De knopen (springen, vt) van zijn jas, zijn broek (scheuren, vt) en zijn hemd (splijten, vt) doormidden.
"(stoppen) ! Houd op!" (schreeuwen, vt) moeder kikker en de kinderen.
Maar vader kikker (blazen, vt) door en (spatten, vt) uit elkaar in wel duizend stukken.
"(horen, vt) jij ook iets (knappen) ?" (vragen, vt) vader os aan zijn vrouw.
"Nee," (antwoorden, vt) moeder os en ze (lopen, vt) door.