Werkwoordsvormen door elkaar: persoonsvorm, voltooid deelwoord, heel werkwoord
Vul alles in en klik dan op "Controleer". Druk op [?] of "Hint" voor hulp. Dat kost echter wel punten.
1. Ik zal je mail spoedig (beantwoorden)
[?]
.
2. Ik heb je mail gisteren al (beantwoorden)
[?]
.
3. Vorige week (beantwoorden)
[?]
ik haar mail.
4. Dat zal niemand (verbazen)
[?]
.
5. Dat (verbazen)
[?]
me nu echt.
6. Ze is zeer (verbazen)
[?]
.
7. Rebecca (dribbelen)
[?]
nu beter dan een jaar geleden.
8. Wij moeten nog leren (dribbelen)
[?]
.
9. Ali heeft uitstekend (dribbelen)
[?]
.
10. De instelling (begeleiden)
[?]
vanaf volgend jaar kinderen met ambitie.
11. Wie gaat hem nu verder (begeleiden)
[?]
?
12. Ze is jarenlang (begeleiden)
[?]
door haar tante.
Controleer
Hint
OK