Werkwoord: wandelen

Vul alles in en klik dan op "Controleer". Als je hulp nodig hebt, kun je onderaan op "Letter" klikken (zo vaak als het nodig is).

Vul hieronder alle vormen in van het werkwoord wandelen.

Persoonsvorm
Ik nu.
Jij nu.
Hij nu.
Wij nu.

Ik gisteren.
Wij gisteren.


Woordenboekvorm (hele werkwoord)
Ik ben aan het .


Voltooid deelwoord
Ik heb .

Voltooid deelwoord gebruikt als bijvoeglijk naamwoord
De route was prachtig.


Onvoltooid deelwoord
naast het pad, zag hij de mooiste bloemen.

Onvoltooid deelwoord gebruikt als bijvoeglijk naamwoord
Thuis heb ik een tak.


Gebiedende wijs
rustig verder, tot je een holle boomstam ziet.