Werkwoordspelling - oefening 3

Voortgezet onderwijs

Vul de juiste werkwoordsvorm in. Klik onderaan op 'Controleer', als je klaar bent.

1. Met uitsterven (bedreigen) diersoorten worden door het WNF (beschermen) .
2. Weet jij wat dit begrip (betekenen) ?
3. Dit bedrijf (verzenden) de goederen pas na betaling.
4. Hoe heb je haar (versieren) ?
5. Toen de klassenvoorzitter klaar (zijn) met de gesprekken, (aanvaarden) hij het voorstel.
6. Het gras was (verschroeien) door het felle zonlicht.
7. M'n nieuwe scooter (rijden) maximaal 50 kilometer per uur.
8. Ik heb me de vrijheid (veroorloven) , om alvast een geschenk te (kopen) .
9. Toen ze gingen samenwonen, (richten) ze hun flatwoning modern in.
10. (binden) de touwen stevig vast.
11. De (afwijzen) sollicitant (zuchten) en ging teleurgesteld naar huis terug.
12. De (afschieten) herten werden (afvoeren) .
13. Pas op dat je de briefjes niet (verwisselen) .
14. In de koeling hingen wel twintig (slachten) koeien.
15. De bielzen waren volledig (vermolmen) .