Werkwoordspelling - oefening 9

Voortgezet onderwijs

Vul de juiste werkwoordsvorm in. Klik onderaan op 'Controleer', als je klaar bent.

1. (terugvinden) zelf de weg maar terug!
2. De duurste doeken waren in (vergulden) lijsten (plaatsen) .
3. De paarden zagen er zo slecht uit, dat het (grenzen) aan verwaarlozing.
4. Iedere week kwam de tuinman, die het onkruid voor ons (wieden) .
5. De pas (opladen) batterij gaf voldoende stroom.
6. Hoe denk je dat nauwkeurig te kunnen (bepalen) ?
7. Pas maar op dat het conflict niet in ruzie (ontaarden) .
8. Veel (wachten) mensen kregen het koud.
9. De bejaarden gleden uit en (verwonden) daarbij hun knieën.
10. Na de wandeling waren mijn spieren volkomen (verkrampen) .
11. Het is duidelijk dat ze je nog niet volledig (vertrouwen) .
12. Alle verbazing (wekken) uitspraken worden (verzamelen) en in boekvorm (uitbrengen) .
13. Aanvankelijk leek het ongeluk niet ernstig, maar de twee (aanrijden) fietsers (bloeden) toch dood.
14. Tim Matavz nam de strafschop, maar de bal (stuiten) tegen de lat.
15. De eerste dag dat we er waren heeft het echt (hozen) en (stormen) .