Ik kan .......... Op de puntjes kun je van alles invullen: zingen, korfballen, schrijven, bewegen, ...
Dit soort woorden noemen we
werkwoorden.
Een werkwoord kan
veranderen. Kijk maar eens hoe het werkwoord
zingen kan veranderen:
Ik
zing.
Jij
zingt.
Jullie
zingen.
Ik
zong.
Wij
zongen.
Zij heeft
gezongen.
Begrijp je een beetje wat een werkwoord is? Probeer dan de oefening hieronder te maken.
Opdracht: Zoek de werkwoorden in de volgende zinnen.Typ het werkwoord in het vakje achter de zin.1. We lopen naar de bakker.
2. De auteur schrijft een boek.
3. Dat beest loopt mank.
4. Wat zegt ze?
5. Romy houdt van dansen.
en
.
Onthoud: een werkwoord is (meestal) iets wat je kunt doen. Een ander kenmerk is: een werkwoord kan veranderen.