Van lijdende naar bedrijvende vorm

Opdracht: zet de onderstaande zinnen om van de lijdende naar de bedrijvende vorm.

Let op:
- houd rekening met de tijd, waarin de zin staat;
- zet een punt aan het eind van de zin.


1. Edwin wordt door Maud gekust.
 
2. Edwin werd door Maud gekust.
 
3. Edwin is door Maud gekust.
4. Edwin was door Maud gekust.
5. Edwin zal door Maud worden gekost.
6. Edwin zou door Maud worden gekust.
7. Edwin zal door Maud gekust zijn.
8. Edwin zou door Maud gekust zijn.