Woordenschat groep 4

Een ander woord voor giebelen is...
1. giechelen
2. wiebelen
3. schommelen
4. schateren
Het tegengestelde van brutaal is...
1. beleefd
2. onbeschoft
3. bazig
4. somber
Een ander woord voor aaien is...
1. strelen
2. kussen
3. bevrijden
4. draven
Het tegengestelde van breed is...
1. smal
2. lang
3. dik
4. hoog
slenteren - staren - huppelen - sluipen

Welk woord hoort niet in dit rijtje thuis?
1. staren
2. slenteren
3. huppelen
4. sluipen
deinen betekent...
1. langzaam op en neer gaan
2. tegen de wind in varen
3. het anker uitgooien
4. met de wind mee gaan
heel erg zoet noemen we...
1. mierzoet
2. chocozoet
3. stroopzoet
4. girafzoet
Welke uitdrukking hoort bij iemand die stilstaat en helemaal niet beweegt?
1. geen vin veroeren
2. de wind van voren krijgen
3. iets uit je duim zuigen
4. voor dag en dauw
Een ander woord voor laaiend is...
1. razend
2. boeiend
3. stormend
4. sip
Het tegengestelde van krom is...
1. recht
2. lastig
3. bleek
4. braaf

Woordenschat groep 4 - Instaptoets