Woordenschat: Instaptoets
Welk(e) woord(en) passen bij het begrip lichaamstaal?
1. lichaamshouding
2. gezichtsuitdrukking
- Alleen 1 is goed.
- Alleen 2 is goed.
- 1 en 2 zijn beide goed.
- 1 en 2 zijn beide fout.
Wanneer iemand onbillijk is, dan ...
- is hij brutaal
- praat hij teveel.
- eist hij teveel.
- zeurt hij teveel.
We noemen iemand gevat, wanneer hij...
- snel en geestig reageert.
- niet kan kiezen tussen twee lastige zaken.
- opnieuw zijn verhaal doet.
- het onderspit delft.
Wat betekent hetzelfde als joviaal?
1. vriendschappelijk in de omgang
2. hartelijk
- Alleen 1 is goed.
- Alleen 2 is goed.
- 1 en 2 zijn beide goed.
- 1 en 2 zijn beide fout.
Iemand die zelfverzekerd is en voor zichzelf opkomt noemen we...
- toegankelijk
- krenterig
- assertief
- aanvallend
Iemand die zijn gevoel of mening niet wil laten merken noemen we...
- gereserveerd
- extravert
- roekeloos
- geestdriftig
Met het begrip smalen bedoelen we:
- minachtend spreken
- stralen van blijdschap
- grienen
- adoreren
Het begrip insinueren betekent:
- beschikken over inside-information
- relativeren
- op indirecte wijze beschuldigen
- geduld tonen
Als een grapje ironisch is, ...
- is het hatelijk bedoeld.
- heeft het geen enkele bedoeling.
- wordt het tegendeel bedoeld van wat er gezegd wordt.
- wordt er bedoeld van wat er gezegd wordt.
Iemand die kalm reageert en zich niet snel druk maakt, noemen we...
- panisch
- laconiek
- zachtzinnig
- inschikkelijk