Oefenen voor de lvs-toets in groep 8:woordbenoemen

De grote hond blafte naar me.

Welk van de dikgedrukte woorden is een zelfstandig naamwoord?
1. hond
2. de
3. grote
4. me
Waar gaat die groene trein naartoe?

Welk van de dikgedrukte woorden is een zelfstandig naamwoord?
1. trein
2. die
3. groene
4. gaat
Dit is al de derde harde knal die ik hoor, binnen het uur.

Welk van de dikgedrukte woorden is een bijvoeglijk naamwoord?
1. harde
2. de
3. derde
4. die
De houten deur viel achter ons dicht.

Welk van de dikgedrukte woorden is een bijvoeglijk naamwoord?
1. houten
2. deur
3. viel
4. achter
Waarom had je zijn gymtas verstopt?

Welk van de dikgedrukte woorden is een persoonlijk voornaamwoord?
1. je
2. zijn
3. gymtas
4. verstopt
Is die tas van haar?

Welk van de dikgedrukte woorden is een persoonlijk voornaamwoord?
1. haar
2. die
3. tas
4. is
Eindelijk heb ik m'n diploma gehaald!

Welk van de dikgedrukte woorden is een bezittelijk voornaamwoord?
1. m'n
2. heb
3. ik
4. diploma
Hebben zij al hun taken al af?

Welk van de dikgedrukte woorden is een bezittelijk voornaamwoord?
1. hun
2. hebben
3. zij
4. taken
Wat is er met die fiets gebeurd?

Welk van de dikgedrukte woorden is een aanwijzend voornaamwoord?
1. die
2. wat
3. met
4. fiets
Deze beelden zijn in de tweede eeuw na Chr. gemaakt.

Welk van de dikgedrukte woorden is een aanwijzend voornaamwoord?
1. deze
2. de
3. tweede
4. beelden
Wie heeft er zin in een uitje?

Welk van de dikgedrukte woorden is een vragend voornaamwoord?
1. wie
2. heeft
3. in
4. zin
Welke ploeg heeft na drie rondes de meeste punten?

Welk van de dikgedrukte woorden is een vragend voornaamwoord?
1. welke
2. drie
3. na
4. ploeg
Wie scoort de meeste punten in drie minuten?

Welk van de dikgedrukte woorden is een lidwoord?
1. de
2. meeste
3. wie
4. punten
De musical wordt een groot succes!

Welk van de dikgedrukte woorden is een lidwoord?
1. een
2. wordt
3. groot
4. musical
Het meisje dat het woord mocht doen, had al twee verkeersongelukken overleefd.

Welk van de dikgedrukte woorden is een telwoord?
1. twee
2. dat
3. het
4. verkeersongelukken
De laatste keer dat ik hem zag, zag hij er nog prima uit.

Welk van de dikgedrukte woorden is een telwoord?
1. laatste
2. dat
3. ik
4. keer
We gaan volgend jaar naar Euro Disney, mits iedereen daar zin in heeft.

Welk van de dikgedrukte woorden is een voegwoord?
1. mits
2. volgend
3. naar
4. in
Hoewel er weinig mist was, gebeurden er deze ochtend veel ongelukken.

Welk van de dikgedrukte woorden is een voegwoord?
1. hoewel
2. weinig
3. deze
4. ongelukken
Terwijl bijna iedereen vakantie had, moest Patrick hard werken van zijn baas.

Welk van de dikgedrukte woorden is een voorzetsel?
1. van
2. zijn
3. terwijl
4. Patrick
Inmiddels ligt de bal voor de tweede keer op het dak.

Welk van de dikgedrukte woorden is een voorzetsel?
1. op
2. de
3. tweede
4. keer

Oefenen voor de toets in groep 8:woordbenoemen

Oefenen voor de toets in groep 8:
woordbenoemen