Oefenen voor de Citotoets in groep 8: zinsontleding

Oefenen voor de Citotoets in groep 8:
zinsontleding

Klik op het vraagteken dat voor het juiste antwoord staat.

Kun je zo spoedig mogelijk hierheen komen?

Wat is het gezegde in deze zin?
1. kun komen
2. kun
3. kun je komen
4. komen
Graag zou ik het pakje morgen al willen ontvangen.

Wat is het gezegde in deze zin?
1. zou willen ontvangen
2. zou
3. zou ik willen ontvangen
4. ik willen ontvangen
De ontsnapte hond had ik al snel gespot.

Wat is het onderwerp in deze zin?
1. ik
2. de ontsnapte hond
3. had gespot
4. had
Dan zal ik je een dikke kus geven.

Wat is het onderwerp in deze zin?
1. ik
2. je
3. een dikke kus
4. zal
Ze heeft het boek in één middag uitgelezen.

Wat is de persoonsvorm in deze zin?
1. heeft
2. ze
3. heeft gelezen
4. het boek
Wanneer gaan jullie emigreren?

Wat is de persoonsvorm in deze zin?
1. gaan
2. jullie
3. wanneer
4. emigreren
Bij het afscheid geef ik je een heel mooi kettinkje.

Wat is het lijdend voorwerp in deze zin?
1. een heel mooi kettinkje
2. een kettinkje
3. ik
4. geef
Ze hebben samen een chic diner verzorgd.

Wat is het lijdend voorwerp in deze zin?
1. een chic diner
2. hebben
3. ze
4. hebben verzorgd
Zal de vermiste kaart ooit worden teruggevonden?

Wat is het lijdend voorwerp in deze zin?
1. er zit geen lijdend voorwerp in deze zin
2. de vermiste kaart
3. zal
4. zal worden teruggevonden
Loop naar de maan!

Wat is het onderwerp in deze zin?
1. er zit geen onderwerp in deze zin
2. naar
3. de maan
4. loop