Cijferen: Controletoets

 
  1. 0,53 miljoen is ongeveer...
    1.   500.000
    2.   50.000
    3.   5.000.000
    4.   5.000
  2. 4,9 duizend is...
    1.   4.900
    2.   49.000
    3.   4.090
    4.   4.009
  3. Kommagetallen.
    Tel terug: 4,12 - 4,07 - 4,02 - ...
    1.   3,97 - 3,92
    2.   3,52 - 3,02
    3.   3,952 - 3,902
    4.   4,007 - 4,002
  4. iPhone 1: € 181,-
    iPhone 2: € 223,-

    Wat is het prijsverschil?
    Uit je hoofd!
    1.   € 42,-
    2.   € 62,-
    3.   € 52,-
    4.   € 162,-
  5. Doosje 1: 134 punaises
    Doosje 2: 451 punaises
    Doosje 3: 642 punaises

    Hoeveel punaises zitten er gemiddeld in 1 doosje?
    1.   409
    2.   1227
    3.   372
    4.   883
  6. Sandra: 3 knikkers
    Peter: 6 knikkers
    Femke: 1 knikker
    Yashmin: 2 knikkers
    Roland: 8 knikkers

    Hoeveel knikkers zijn er gemiddeld per persoon?
    1.   4 knikkers
    2.   5 knikkers
    3.   6 knikkers
    4.   10 knikkers
  7. In Aerdenhout worden op een dag 5.309 vuilniszakken opgehaald, in Haarlem 6.203 en in Hoofddorp 10.508.

    Hoeveel vuilniszakken zijn er ongeveer in totaal opgehaald die dag?
    Uit je hoofd!
    1.   22.000 vuilniszakken
    2.   21.000 vuilniszakken
    3.   20.000 vuilniszakken
    4.   23.000 vuilniszakken
  8. 250 x 397 =

    Hoeveel is dat ongeveer?
    Uit je hoofd!
    1.   100.000
    2.   10.000
    3.   1.000.000
    4.   10.000.000
  9. Eerste kwartaal: 3.713 appels verkocht.
    Tweede kwartaal: 8.305 appels verkocht.

    Hoeveel appels ongeveer zijn er in het tweede kwartaal meer verkocht dan in het eerste?
    Uit je hoofd!
    1.   4.600 appels
    2.   5.400 appels
    3.   5.600 appels
    4.   4.400 appels
  10. Aan de boom hingen 3.780 bladeren.
    Gisteren zijn er 1.153 bladeren afgevallen.
    Vandaag zijn er 1.530 bladeren afgevallen.

    Hoeveel bladeren zitten er nu ongeveer nog aan de boom?
    Uit je hoofd!
    1.   1.100 bladeren
    2.   1.000 bladeren
    3.   900 bladeren
    4.   2.600 bladeren