Terug naar het overzicht van groep
4
Dieren
Waarschuwing: als je (per ongeluk) niet de hele lijst kopieert en plakt, kan dat leiden tot verkeerd oefenen!
Begrippen (lijst kopiëren en plakken in het eerste vak van de oefening):
| de angel# |
| de bijenkorf# |
| het dons# |
| het gewei# |
| de knaagtand# |
| de muil# |
| de plaag# |
| het roofdier# |
| de zwerm# |
| de snorharen# |
| de wintervoorraad# |
| het territorium# |
| de snuit# |
| de voelsprieten# |
| de schutkleur# |
Betekenissen (lijst kopiëren en plakken in het tweede vak van de oefening):
| waar een wesp mee steekt# |
| een woning voor bijen, gemaakt door mensen# |
| zachte veertjes van een vogel# |
| hoorns op de kop van een hert# |
| tand waarmee een dier door harde materialen heen kan bijten# |
| bek van een groot dier# |
| zó veel dieren, dat mensen er last van hebben# |
| dier dat andere dieren doodt en opeet# |
| groot aantal vliegende dieren bij elkaar# |
| lange, uitstekende haren bij de bek# |
| voorraad voedsel voor in de winter# |
| gebied dat de hond verdedigt tegen andere honden# |
| wat aan de kop zit en vooruitsteek, bek en neus# |
| antennes op de kop# |
| onopvallende kleur, waardoor een dier niet opvalt in zijn omgeving# |