Terug naar het overzicht van groep 4
Sport en spel
Waarschuwing: als je (per ongeluk) niet de hele lijst kopieert en plakt, kan dat leiden tot verkeerd oefenen!
Begrippen (lijst kopiėren en plakken in het eerste vak van de oefening):
de aanvaller# |
de aanvoerder# |
de achterstand# |
het gelijkspel# |
de goal# |
de keeper# |
de overtreding# |
de toeschouwer# |
de sporthal# |
de tribune# |
de tegenpartij# |
de voorsprong# |
de overwinning# |
de scheidsrechter# |
de verdediger# |
Betekenissen (lijst kopiėren en plakken in het tweede vak van de oefening):
wie punten probeert te maken# |
wie andere spelers aanwijzingen geeft# |
tegenovergestelde van een voorsprong# |
uiteindelijk evenveel punten hebben# |
doelpunt# |
wie de bal uit het doel probeert te houden# |
wie zich niet aan een spelregel houdt, maakt een # |
wie naar een wedstrijd kijkt# |
grote hal met speelvelden# |
rijen zitplaatsen# |
de andere partij# |
tijdens het spel meer punten hebben dan de ander# |
uiteindelijk meer punten hebben# |
wie de wedstrijd leidt# |
wie ervoor zorgt dat de doelman niet in de problemen komt# |