Terug naar het overzicht van groep
5
Natuur (1)
Waarschuwing: als je (per ongeluk) niet de hele lijst kopieert en plakt, kan dat leiden tot verkeerd oefenen!
Begrippen (lijst kopiëren en plakken in het eerste vak van de oefening):
| de bast# |
| de begroeiing# |
| de bladrand# |
| het bloembed# |
| de bloesem# |
| de loofboom# |
| de boomgaard# |
| de jaarringen# |
| de knol# |
| de naaldboom# |
| de stengel# |
| verdord, verwelkt# |
| de nerf# |
| de wildernis# |
| de stronk# |
| de vrucht# |
| de stam# |
| het struikgewas# |
| de wortel# |
Betekenissen (lijst kopiëren en plakken in het tweede vak van de oefening):
| schors (buitenste deel van een boomstam)# |
| planten die op een bepaalde plek groeien# |
| de vorm van de rand van het blad# |
| perk# |
| bloemetjes aan een (fruit)boom# |
| boom met bladeren# |
| stuk grond waar fruitbomen op geplant zijn# |
| ringen waaraan je kunt zien hoe oud de boom is# |
| een verdikt gedeelte van de wortel van een plant# |
| boom met naalden# |
| dunne steel van een plant# |
| uitgedroogd# |
| voelbare lijn op een boomblad# |
| plaats waar alles door elkaar groeit# |
| stomp van een afgezaagde boomstam# |
| deel van een plant waarin zich één of meer zaden bevinden# |
| deel van een boom van de grond tot aan de takken# |
| groep struiken die dicht op elkaar groeien# |
| deel van een plant dat onder de grond zit# |