Terug naar het overzicht van groep 6

Wonen

Waarschuwing: als je (per ongeluk) niet de hele lijst kopieert en plakt, kan dat leiden tot verkeerd oefenen!

Begrippen (lijst kopiëren en plakken in het eerste vak van de oefening):

de aanleunwoning#
de afrastering#
de bungalow#
dakloos#
de eengezinswoning#
de erker#
de fauteuil#
de hor#
het interieur#
het krot#
de nok#
de villa#
het meubilair#
het verzorgingstehuis#
de plint#
het woonerf#
de/het vitrage#
vrijstaand#
de makelaar#
de stijl#

Betekenissen (lijst kopiëren en plakken in het tweede vak van de oefening):

woning bij een bejaardentehuis voor zelfstandig wonende bejaarden#
hekwerk#
vakantiehuisje met alle kamers op de begane grond#
geen huis hebben#
huis, bedoeld voor één gezin#
aanbouw die uitsteekt#
luxe stoel, waarin je lekker zit#
gaas om insecten buiten te houden#
hoe een gebouw er van binnen uit ziet#
armoedig, slecht huisje#
bovenste rand (van een dak)#
vrijstaand huis in een landelijke omgeving#
alle meubels bij elkaar#
tehuis waar bejaarden wonen die verzorging nodig hebben#
houten latje aan de onderkant van een wand#
buurt waar auto’s langzaam moeten rijden#
doorzichtig gordijn#
losstaand#
iemand die helpt bij het kopen of verkopen van een huis#
uiterlijke kenmerken van een gebouw#