Terug naar het overzicht van groep 7
Handel en werk (2)
Waarschuwing: als je (per ongeluk) niet de hele lijst kopieert en plakt, kan dat leiden tot verkeerd oefenen!
Begrippen (lijst kopiëren en plakken in het eerste vak van de oefening):
bruto# |
carpoolen# |
cash# |
de collega# |
de commercie# |
competent# |
de concurrentie# |
de consument# |
het contract# |
de dealer# |
drukken# |
de dienst# |
de economie# |
fabriceren# |
exporteren# |
de distributie# |
exploiteren# |
de factuur# |
efficiënt# |
de elektricien# |
Betekenissen (lijst kopiëren en plakken in het tweede vak van de oefening):
geldbedrag waar de belasting nog vanaf gaat# |
samen in één auto rijden (naar het werk)# |
contant# |
iemand die bij hetzelfde bedrijf werkt# |
handel# |
bekwaam (goed zijn in je werk)# |
strijd tussen ondernemingen# |
iemand die iets koopt# |
schriftelijke afspraak over werk, aanstelling# |
wie producten koopt en later verkoopt# |
laag houden (van kosten)# |
afdeling met een bepaalde taak# |
wetenschap over geld, goederen en mensen# |
maken (van goederen)# |
uitvoeren (naar het buitenland)# |
verspreiding# |
zo gebruiken dat het winst oplevert# |
rekening# |
met zo weinig mogelijk geld of tijd, maar met zoveel mogelijk resultaat# |
wie elektriciteit aanlegt# |