Technisch lezen
- Aanvankelijk lezen (groep 3)
- Woorden oefenen (groep 3 t/m 8)
- AVI M3
- AVI E3
- AVI M4
- AVI E4
- AVI M5
- AVI E5
- De leesversneller (racelezen, teksten)
Advertenties
Lees en oefen de tekst hieronder eerst rustig. Kopieer de tekst dan en plak hem vervolgens in de Leesversneller om op tempo te oefenen.
waar is mijn taart?
mijn broer heet hans.
hij is een leuke knul.
zijn hond heet frits.
eerst mocht hans geen hond van mama.
een hond blaft en maakt veel lawaai, zei ze.
maar hans vond de hond zo lief.
vandaag heeft hij frits toch voor zijn
verjaardag gehad.
frits is zwart en heeft een mooie staart.
en hij is dol op taart.
hans ging vandaag naar de keuken.
toen hij terug kwam, was zijn stuk taart
weg.
hoe kon dat nou?
ben jij je stuk taart kwijt, hans?
kijk maar eens in de mond van frits.
frits heeft slagroom op zijn snuit.
die frits!
hans maakt de snuit vlug schoon.
je bent stout, maar ook lief, frits!
Woorden met 2 medeklinkers achter elkaar
Lees en oefen de woorden hieronder eerst rustig. Kopieer de woordenlijst dan hier en plak de lijst vervolgens in Woorden flitsen, om op tempo te oefenen.
knaap knap knul knoop kniel blaar blaf bloot blik blijf |
kwijt kwast kwaad kwaak kwal braam brug broer brief bren |
gans kans dans hans lans kocht vocht tocht bocht |
raakt kwaakt maakt haakt waakt vaart taart kaart staart maart |